Uitstoot van verbrandingsgassen en fijn stof.
Productieprocessen en verbrandingsmotoren maken niet alleen lawaai maar stoten ook verbrandingsgassen, fijn stof en zeer fijn stof uit naar de omgeving.
In die omgeving liggen verblijfsgebieden vaak op korte afstand waar de uitgestoten stoffen maar beperkt verdunnen en de concentraties hoog zijn. Door de ligging van Nederland in de nabijheid van andere geïndustrialiseerde landen zijn de heersende achtergrondconcentraties al hoog.
In europees verband wordt met EURO-normen voor nieuwe producten gewerkt aan voortschrijdende beperking van uitstoot van verbrandingsmotoren. Elke vervanging van een voertuig door een nieuwer voertuig zorgt voor een schoner wagenpark en minder schadelijke uitstoot. Dit leidt ertoe dat de meetstations van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over de afgelopen decennia een geleidelijke verbetering van de luchtkwaliteit registreren. Het is de verwachting dat deze verbetering zich verder zal doorzetten.
Plaatselijke ontwikkelingen, zoals een nieuwe weg langs een woonwijk of een nieuwe school langs een bestaande weg kunnen echter wel zorgen voor knelpunten. Een analyse van de situatie en de plannen kan opleveren dat deze worden aangepast of dat bepaalde oudere voertuigen ter plaatse geweerd moeten worden.